Geachte huisvestingsdienst
Dit zijn bloemlezingen uit brieven, gestuurd naar de
huisvestingsdienst van een Vlaamse stad.
Hiermede wil ik U vragen of U onze afwatering eens in handen
wil nemen.
Tot mijn verbazing deel ik U mede dat ik op 21 december met
een hersenschudding in de ongevallenwet ben gaan lopen en
daar ik vader ben van een vrouw en van vier kinderen zitten
wij automatisch om centen verlegen, ik moet betalen mijn
huishuur en verdere levensstanden, maar ik weet wel dat de
mannen met dikke beurzen maling hebben aan Jan Grijpstuiver,
maar als ik er niet van hoor, neem ik mijn beweging in handen
want mijn vrouw verwacht iedere tien minuten een baby, geef
dus uitkering anders kom ik in geldelijke omstandigheden, ik
blijf in blijde verwachting, die zich noemt...
Wij verzoeken meer gas, daar ik op 5 maart een zoon heb
bijgeboren, wat met door de drukte geheel door het hoofd is
geschoten.
Mijn gezin telt vier ledematen.
De kamer is niet alleen schadelijk voor de gezondheid, maar
ondergraaft de zedelijkheid van mijn achtjarig zoontje.
Wij zijn zo bekrompen dat we slechts twee bedden kunnen
opstellen en hebben het zo benauwd dat wij niet kunnen keren
van de ruimte.
Daar mijn vrouw een zoon ter aarde heeft geschonken, zitten
we van alles zonder.
Mijn vrouw moet hete zitbaden gebruiken, als de kachel brandt
moet ze het daarop doen.
Bij een ontploffing heeft mijn zus haar man en haar hele
inboedel verloren.
Door omstandigheden moet ik mij meerdere keren per week
wassen, daar ik alles in het donker moet doen verzoek ik U of
ge me een eindje tegemoet wil komen.
Wij moeten dringend een andermans woning, wegens ziekte
van mijn vrouw heb ik tijdelijk een ander gehad.
Ik ben zuinig, want ik ben niet zomaar iemand die gas laat
ontsnappen.
Mijnheer, toen ik een kachel had deed ik vaak een hoop op de
kachel, maar nu moet ik alles op het gasfornuis doen.
Wij zitten zo krap dat de buren naast ons griep hebben en ons
door de muren aansteken, als ge eens poolshoogte komt
nemen kunt ge ook de koorts krijgen.
Aan de ene kant is mijn vrouw in verwachting en aan de
andere kant regent het binnen.
De W.C. is bouwvallig en zodoende kunnen we daar niet langer
huizen.
Als het hard waait, zijn we met levensgevaar verbonden.
Ik heb reumatiek en een kind van vijf jaar. U moet er iets aan
doen.
Ik heb vier dochters open en bloot op zolder liggen, komt U
eens kijken als het hard waait of geregend heeft. Mag ik dus
ruilen met mijn buurman die weduwe is en geen kinderen
heeft?
Even leg ik mij bij U neder om U enkele letters toe te dienen.
Ik zit uit nood in een onverklaarbare woning. Ik moet elke dag
bevallen en daarom wordt mijn woning te klein.
Ruim zes jaar ben ik getrouwd met een kind van zes jaar.
De W.C. is lek aangezien we met dertien wonen.
Wilt U naar mijn bovenkamer laten kijken, want die zit vol nare
beesten.
Ik heb zo'n last van mieren in mijn fundamenten.
Het vocht dringt door de muren van mijn schoonmoeder die
helemaal al beschimmeld en verrot is.
Mijn man ligt met brongieters en mijn borsten piepen ook al.
Ik lig al twee weken in bed met igias, ik hoop dat ik het goed
schrijf, anders denkt ge nog dat het een Poolse violist is.
Wij kunnen de was niet drogen, mijn vrouw zit al veertien
dagen met haar ondergoed omhoog en niemand die komt
kijken.
Het vijfde kind is op komst en staat voor de deur.
Mijn buurman stinkt naar gas, ik denk dat hij een gat heeft.
Ik wil mijn gat dichten, ik heb er last van.
Ik ben verstoten van de W.C. Denkt U eens in, Burgemeester,
U en Uw hele gezin, schijtend op een emmer, met een
eerbiedige verontschuldiging richt ik mij hiervoor tot Uw
edelachtbaarheid.
Weleerwaarde Burgemeester (...) hiermede kom ik U een
aanzoek doen om Uw welwillende goedheid. Mijn woning wordt
te klein want ik krijg ieder jaar een kind bij. Daar moet U iets
aan doen, want ik ben niet bij machte.
Mijn vochtontwikkeling in mijn huiskamer is niet meer uit te
houden.
Ik heb een lekhaasje op zolder die naar beneden is gekomen.
De hond blaft de hele avond en met de kat is het hetzelfde
geval.
De drollen blijven in de gang, daar moet in gegrepen worden.
Waar of niet waar?
De citaten zijn echt en
werden door medewerkers van de dienst verzameld.
Bovenstaande verhalen zijn dan wel geen broodje aap verhaal,
maar ze zijn te mooi om onvermeld te laten.
De meeste verhalen hierboven staan ook in het
ambtenaren-boekje "een spuitbus met zweetlucht".
Veel van de citaten stonden eerder al in het boekje Vlinders Vangen
van Frans de Clercq uit 1962,
Bruna Zwarte Beertjes pocket nr. 200.
< < < Terug < < <